Verdomme de Amsterdamse tram
15 juli 2007 - Aanstaande vrijdag wordt de
journalist van de twintigste eeuw, Henk Hofland, tachtig. Hij heeft
genoeg van de ‘eeuwige wederkeer van alles’ in het leven,
maar mag er wel nog graag over schrijven. Zijn nieuwste roman heeft
de Amsterdamse stadsdeelpolitiek als decor.
Hofland schrijft columns voor NRC Handelsblad en voor de Groene
Amsterdammer, en is onlangs begonnen zijn memoires te publiceren
in het nieuwe tijdschrift Torpedo. In deel 1 beschrijft hij hoe
een vriend enkele tankauto’s vol dierenbloed op de Dam wilde
storten als protest tegen de Vietnamoorlog, maar geen financier
kon vinden.
Verder publiceerde hij onlangs Cicero Consultants - misschien wel
de eerste roman waarin de Amsterdamse stadsdeelpolitiek zo’n
centrale rol speelt (maar misschien ook niet).
De roman begint met een tram die afremt voordat hij over de Hogesluis
rijdt. De hoofdpersonen zitten op het terras van het Amstel Hotel
en praten over de behoeften van de moderne oppermens.
“Ze kunnen een prothese kopen. Brullende uitlaat, siliconentieten,
stiletto, kalasjnikov, pillen voor van alles en nog wat, weblog,
erop los bloggen, allemaal voor de oppermens. Alleen voor redenaars
is er niets”. Ze besluiten in deze behoefte te voorzien door
een adviesbureau op te richten dat verpletterende speeches levert.
Ze worden ingehuurd door de spelers in een conflict over een ontwikkelingsproject
in het havengebied. Eén van de partijen wil prestigieuze
huizen bouwen voor de gegoede klasse; de ander heeft een modern
Berlageplan in gedachten: “Ruimte, recreatie, werkgelegenheid,
bereikbaarheid, milieu, een moskeetje, veiligheid, allemaal geïntegreerd”.
Het conflict escaleert en culmineert in een groteske chaos die
doet denken aan de kroningsrellen in 1980 en het bouwvakkersoproer
in 1966.
Eén van de karakters is een rijke vastgoedtycoon op leeftijd,
die perse zijn project wil ontwikkelen, omdat hij zo kan zorgen
dat mensen hem nog steeds nodig hebben. “Als ik niet meer
bouw ben ik dood. Of oud, dat is hetzelfde”.
Hofland zelf denkt anders over de ouderdom. “Hoe oud we zijn,
daar staan we niet bij stil. We tikken. We doen waar we zin in hebben.
En op een gegeven moment komt Magere Hein”, zei hij in een
erg amusant gezamenlijk interview met hem en zijn leeftijdsgenoten,
de schrijvers Jan Blokker en Harry Mulisch, in Vrij Nederland.
Jan Blokker vroeg of de anderen ook steeds vaker worden gebeld
door het ANP om hun biografie bij te werken, blijkbaar om te zorgen
dat de necrologie klaarligt mochten ze doodgaan. “ANP, krijg
de kolere”, reageerde Hofland.
Hij zei dat hij een beetje genoeg had van de ‘eeuwige terugkeer
van hetzelfde’ in het leven: “Ik kom net terug uit Griekenland,
vier weken een totaal andere omgeving en ik denk: verdomme de Amsterdamse
tram en de gevels. Ze stáán er nog. Het hangt me zo
de kéél uit.
Maar zo denkt hij niet over het schrijven: “Dat is gewoon
een beetje lol trappen”.
Afbeelding: Hofland test een zelfgebouwd wagentje (foto VPRO)
Nieuws uit Amsterdam ontvangen? Klik
hier
|