OPINIE
Zet de koningin uit het paleis
Dirk Kloosterboer
Niemand lijkt het te deren dat er midden in
het centrum een groot gebouw staat dat ‘geen enkele nuttige
functie vervult’, merkte architect Leo Q. Onderwater ruim
twee jaar geleden op. Hij stelde voor om het oude stadhuis, nu in
gebruik als paleis, terug te geven aan de Amsterdammers.
Sindsdien hebben anderen zich hierbij aangesloten, waaronder kunstsocioloog
Bram Kempers, de VVD-fractie in stadsdeel Centrum en, uiteraard,
activistenblad Ravage.
Het stadhuis werd in 1648 ontworpen door Jacob van Campen en kwam
in 1705 gereed. “Het was een stad in de stad, met de Burgerzaal
als markt, ontmoetingsplaats, politiek centrum, ‘agora’
in de meest letterlijke zin van het woord”, schrijft Geert
Mak in zijn nieuwe boek ‘De goede stad’.
In 1808 werd het gebouw gevorderd door Lodewijk Napoleon, waarmee
een einde kwam aan de publieke functie. Het gebouw werd kort daarna
als paleis in gebruik genomen door de koninklijke familie. De gemeente
verkocht het in 1936 aan het Rijk, dat het sindsdien uitleent aan
het koninklijk huis.
Slechts een gedeelte is nog toegankelijk voor het publiek en trekt
jaarlijks zo’n 100.000 bezoekers. Tot volgend jaar is het
gebouw helemaal gesloten, vanwege een verbouwing.
Die verbouwing leidde onlangs nog tot een relletje over een monumentale
trap die werd gesloopt om ruimte te bieden aan een lift. Het incident
maakte duidelijk hoe geheimzinnig er met het gebouw wordt omgegaan.
De bouwtekeningen zijn geheim, de bouwvakkers hebben voor geheimhouding
moeten tekenen en geen gewone burger zal het resultaat van de verbouwing
ooit te zien krijgen, zo meldde het Parool begin dit jaar.
In de negentiende eeuw waarschuwde een adviseur van Lodewijk Napoleon
al dat het gebouw ongeschikt was als paleis: “De aparte ligging
van het gebouw stelt het aan alle kanten bloot aan de nieuwsgierigheid
en onbescheidenheid van leeglopers en nietsdoeners”.
Vandaag de dag kampt het gebouw nog steeds met dit probleem. Stadsdeel
Centrum overweegt om twee verdiepingen te bouwen op de Food Plaza
achter het paleis, zodat dit gebouw dienst kan doen als stadsdeelkantoor.
Dit plan kan wellicht niet doorgaan omdat ambtenaren het paleis
in zouden kunnen kijken. “Met een verrekijker kunnen ze de
koningin zo zien lopen”, vertelde deelraadslid Bernadette
van Pampus (VVD) aan het Parool.
Dan moet de koningin er natuurlijk wel zijn. Ze maakt echter maar
enkele keren per jaar gebruik van het paleis.
In Nederland mag een gebouw worden gekraakt als het langer dan
12 maanden niet gebruikt is. Dit voorkomt dat waardevolle ruimte
onbenut blijft en de omgeving verloedert.
Hoewel de koningin elk jaar wel een paar keer in het paleis is,
zou de achterliggende redenering hier ook moeten worden toegepast.
Een waardevol stuk Amsterdam wordt nauwelijks gebruikt en de gesloten
kolos ‘slaat de omgeving dood’, zoals architect Oudewater
het formuleerde.
De anti-Oranje gevoelens zijn in Amsterdam grotendeels uitgedoofd
en slechts een enkele verstokte republikein zal willen volhouden
dat de Oranjes hier niet welkom zijn. Als de koningin zo nu en dan
vanaf het balkon naar haar volk wil zwaaien, dan is dat helemaal
prima. Maar voor de rest van het jaar moet het oude stadhuis gewoon
weer een publieke functie krijgen.
Afbeelding: Paleis op de Dam, 1900 (Wikipedia / Library of
Congress)
Zie ook: Wat doen we met het paleis?
Nieuws uit Amsterdam ontvangen? Klik
hier
|