Fietsles voor schoonmakers
8 november 2006 - Allochtone vrouwen pakken
niet snel de fiets, maar ze willen het wel graag leren. Het welzijnswerk
in de Baarsjes wil samen met schoonmaakbedrijven cursussen aanbieden
aan het personeel. Daarnaast moet er meer geld komen om de wachtlijsten
weg te werken.
Deze week verschenen onderzoeken van het SCP en het Fietsberaad
waaruit blijkt dat allochtonen veel minder vaak fietsen dan autochtonen.
De auto is voor deze groep vaak nog te duur, waardoor ze vooral
zijn aangewezen op het openbaar vervoer. Dit geldt het sterkst voor
vrouwen.
Fietscursussen zijn razend populair, en overal zijn wachtlijsten.
Ook bij welzijnsstichting Akros in de Baarsjes, ondanks de relatief
hoge prijs. Tien lessen kosten 35 euro, wat veel geld is voor mensen
met een laag inkomen. “Tijdens de cursus wordt er heel veel
gelachen. En de vrouwen zijn erg trots als ze hun certificaat halen”,
vertelt Yasmien Kaddoer.
Veel vrouwen hebben gezondheidsklachten, waardoor het niet meevalt
om het fietsen onder de knie te krijgen. “Als je ze na afloop
van de cursus in het dagelijks leven door de wijk ziet fietsen,
dan geeft dat echt een kick”, aldus Kaddoer.
Akros denkt erover om in samenwerking met bedrijven fietscursussen
aan te gaan bieden aan werknemers. Die bedrijven kunnen daar zelf
voordeel bij hebben: het is financieel aantrekkelijk, het is goed
voor de gezondheid van hun werknemers en het wordt op die manier
voor werknemers ook gemakkelijker om op tijd te komen.
Een interessante groep zijn de schoonmaakbedrijven, aldus Kaddoer.
In de cursussen zitten al regelmatig vrouwen die schoonmaakwerk
doen. Ze moeten vaak vroeg beginnen, als er nog geen openbaar vervoer
is. En ze moeten vaak op verschillende lokaties werken.
LEVENSGEVAARLIJK
Afgelopen zomer heeft Akros een fietstocht georganiseerd in de Kennemerduinen
(foto). “Dit zou meer gedaan moeten worden. Ze leren op een
andere manier Nederland kennen, ze voelen zich heel Nederlands hierdoor”.
Onlangs organiseerde Akros als pilot ook een fietscursus voor mannen,
die binnen een dag vol zat. “De mannen klagen altijd dat we
altijd alles voor vrouwen doen en dat er geen activiteiten voor
mannen zijn”, aldus Kaddoer. “Daar hebben ze ook wel
een beetje gelijk in”.
Het verschil met de vrouwelijke cursisten was dat de mannen al
een klein beetje konden fietsen, al dachten ze dat ze het al heel
goed konden. “Maar in feite was het levensgevaarlijk hoe ze
zich door het verkeer verplaatsten. Alleen wilden ze dat niet toegeven”.
De Fietsersbond heeft het afgelopen half jaar verschillende projecten
uitgevoerd om het fietsgebruik te stimuleren. Zo zijn er fiets-
en verkeerslessen georganiseerd voor leerlingen van groep 7 en 8.
Deze aanpak bleek arbeidsintensief te zijn, maar levert wel resultaten
op.
FIETSDOCENTEN
Ook is er een project Fietsvrienden gestart. Na afronding van een
fietscursus krijgen de nieuwe fietsers hulp van vrijwilligers om
het fietsen in de grote stad onder de knie te krijgen. Het gaat
dan ook om praktische zaken zoals hoe je de weg vindt en hoe je
bagage op je fiets mee kan nemen.
Als vervolgproject komt er ook een opleiding voor fietsdocenten,
vertelt Marieke de Lange, die bij de Fietsersbond verantwoordelijk
is voor de projecten om fietsgebruik te stimuleren. Daarnaast kunnen
gemeente en stadsdelen veel meer doen. Er moet veel meer geld komen
voor fietslessen, ook op scholen. En er moet meer coördinatie
komen, om te voorkomen dat mensen langs elkaar heen werken.
Onderzoeker Lucas Harms van het SCP onderschrijft dat er meer fietscursussen
zouden moeten komen. Meer in het algemeen moet de overheid meer
rekening houden met de manier waarop verschillende groepen zich
verplaatsen.
“Voor allochtonen vervult het openbaar vervoer een belangrijke
sociale functie, omdat ze geen alternatieven hebben. Dat onderstreept
het belang van goede openbaar vervoervoorzieningen”, aldus
Harms.
Zie ook: Zelfs Fatima Elatik
fietst tegenwoordig
Nieuws uit Amsterdam ontvangen? Klik
hier
|