Stadscentrum verschuift
22 juni 2006 – Het centrum van Amsterdam
breidt zich uit naar het noorden, waardoor het centraal station
ook werkelijk centraal komt te liggen. De stad zelf raakt steeds
meer versnipperd, zo valt te lezen in een nieuwe uitgave.
Zuidas, Noord/Zuidlijn, Parkstad, IJburg, IJ-oevers: Amsterdam
verandert snel. Het is daarom prettig dat Architectuurcentrum Amsterdam
(ARCAM) in een handzame pocket boordevol foto’s de belangrijkste
nieuwe architectuur van de afgelopen drie jaar op een rijtje zet.
Het boekje is behoorlijk up to date: de luchtfoto’s
zijn vorige maand nog gemaakt.
AMSTERDAMSE SCHOOL
Onlangs schreef Bernard Hulsman in NRC Handelsblad dat
er met het neo-expressionisme sprake is van een nieuwe stroming
in de architectuur. Gebouwen in deze stijl zien eruit alsof ze ‘geboetseerd’
zijn. De foto’s in het boekje van ARCAM vormen een illustratie
van deze stelling.
Het recept is eenvoudig: “men neme een doos, snijdt daar,
naar smaak, enige inkepingen in uit of zelfs een gat, voegt er enige
uitstulpingen aan toe et voilà”, daar is je
neo-expressionistische gebouw. Soms verwijzen architecten impliciet
naar de Amsterdamse school, soms ook expliciet. Deze inspiratiebron
verklaart waarschijnlijk ook de populariteit van bakstenen en strakke
rijen ramen.
De ARCAM-pocket bevat een inleidend essay van architectuurcriticus
Roemer van Toorn, die vrij pessimistisch is over de ontwikkeling
van de stad. In de tijd van Berlage stond het publieke belang nog
voorop in de stedebouw; inmiddels heeft de markt echter de overhand
gekregen.
CONFRONTATIE
Er worden zeker nog mooie gebouwen gemaakt, zo stelt Van Toorn,
maar zij vormen niet langer een onderdeel van een groter geheel.
In plaats daarvan ontstaat een versplinterde en gesegregeerde stad,
waar de rijken zich afzonderen in gated communities.
In een nawoord signaleert de directeur van ARCAM, Maarten Kloos,
dat het stadscentrum naar het noorden verschuift. Decennialang klaagden
de Amsterdammers dat het centraal station de binnenstad afsloot
van het water, maar door de nieuwe projecten rond het IJ breidt
het stadshart zich uit. Het station wordt daardoor een echt centraal
station, met een ‘tweede voorkant’ gericht op het noorden.
Ten westen en ten oosten van het station en aan de overkant van
het IJ onstaat een nieuw centrumgebied, met voorzieningen als het
Muziekgebouw, het Filmmuseum en een nieuw Gerechtsgebouw. Als het
aan Kloos ligt ontstaat hier een ‘heftige confrontatie’
tussen cultuur en haven; tussen grootstedelijke voorzieningen en
de beroepsvaart op het IJ.
Marlies Buurman en Maarten Kloos (red), Amsterdamse architectuur
2003 – 2006. ISBN 9076863466, 19,50 euro.
Borneodriehoek, Indische buurt (Herman Zeinstra, 2005). “Opvallend
is de transparantie van het project en de soepele manier waarop
met moderne middelen is aangesloten bij het karakter en de geleding
van de belendende panden”.
Opleidingsinstituut voor Zorg en Welzijn, Vrije Universiteit, De
Boelelaan (Jeanne Dekkers, 2006). “Om uiting te geven aan
het humane karakter van deze onderwijstak is gekozen voor een volume
met vloeiende lijnen. Dit levert tevens een scherp contrast op met
de omringende rechthoekige architectuur van de VU-gebouwen en de
kantoren in het nabijgelegen Zuidas-gebied”.
Nieuws uit Amsterdam ontvangen? Klik
hier
|