Vage film over Afghanistantrauma
Alex van Veen
9 juni 2007 - “Show me dead, show me
the death man!” Op naargeestige wijze doolt de ernstig verwarde
man middenin de nacht door de Jodenbreestraat in het centrum van
Amsterdam. Fietsers maken een boog om het leed niet in de ogen te
hoeven zien. Weg, weg, weg van hier!
Niemand die zich om de man bekommert. En geef ze eens ongelijk,
want worden we niet dagelijks geconfronteerd met mensen die letterlijk
en figuurlijk de weg kwijt zijn geraakt? We raken immuun voor het
menselijk leed om ons heen.
Het angstwekkende tafereel wordt gadegeslagen door Cyrus Frisch
die hier met een mobiele telefoon vanaf zijn balkon opnames van
heeft gemaakt. Zijn nieuwste film, met de intrigerende edoch ernstig
misleidende titel Waarom heeft niemand mij verteld dat het zo
erg zou worden in Afghanistan?, bevat een aaneenschakeling
van beelden van irritant rondhangende jongeren, opdringerige dealers,
daklozen, laveloze types en vermanende agenten, gemaakt aan de voor-
en achterzijde van zijn aan het Zuiderkerkhof gelegen woning.
De taferelen op zijn stoep worden afgewisseld met beelden van ogenschijnlijk
willekeurig gekozen onderwerpen, zoals een bezoekje aan een supermarkt,
waar een agressief scheldende jongeman is aangehouden door het winkelpersoneel.
Tevens zien we beelden van een boven de binnenstad cirkelende helikopter,
van nachtelijke beschietingen ergens in een verre oorlog, van politiewagens
en een ziekenwagen (kennelijk) bij een ongeval op straat in Amsterdam,
van een natte autorit door de bergen, van Palestijnse (?) jongeren
die met stenen gooien, en van hevige rookwolken boven het Centraal
Station, het eindshot van de film.
Allemaal even vaag vertoond, vanwege de belabberd lage resolutie
van het mobieltje. Aanschouwd op een filmdoek is het werkelijk een
drama. De bijkomstige abominabele geluidskwaliteit stemt ook al
niet vrolijk: door de wind krijg je als kijker de indruk dat de
filmmaker continu onder de douche staat. Veelvuldig zien en horen
we mensen op straat schelden en tieren, sirenes van politiewagens
vormen de leidraad. Na zeventig minuten is het gelukkig gedaan in
filmhuis Rialto. Het is dat ik het gesprek na afloop van NRC Handelsblad-journalist
Raymond van den Boogaard met de filmmaker wilde bijwonen, anders
had ik het na tien minuten voor gezien gehouden.
Een verkeerde beslissing, want hetgeen Frish te berde bracht was
welhaast nog vager dan de film zelf. Zo kregen we te horen dat hij
voor de titel gekozen heeft omdat hij die “wel leuk”
vindt. De sypnosis vermeldt dat de film door de ogen van een getraumatiseerde
Afghaanse oorlogsveteraan gezien moet worden. “Daarmee wordt
de film begrijpbaarder, denk ik”, vertelde Frisch aan het
publiek, dat voor deze speciale gelegenheid voornamelijk uit voormalige
buren van hem leek te bestaan. Voormalig, want de filmmaker is inmiddels
uit de Nieuwmarkt vertrokken.
“Vanwege zijn trauma wordt het aannemelijker dat de hoofdpersoon
de voorvallen in zijn straat als zeer bedreigend ervaart”,
vervolgde Frish zijn rammelende betoog. Ondanks het feit dat Frish
constateert dat de sfeer in de stad de afgelopen tien jaar “ernstig
is verhard”, beschouwt hij de overlast die de voornamelijk
allochtone jongeren op het Zuiderkerkhof veroorzaken, als nihil.
“Ze eisen respect van de blanke bewoners, die op hun beurt
verlangen dat deze jongeren dat respect eerst moeten verdienen.
Dat resulteert in wederzijdse spanningen, hetgeen onnodig is”.
Frisch zegt bewust voor de mobiele telefoon te hebben gekozen vanwege
de lage resolutie, waarmee de beelden “een extra spanning
meekrijgen”. Met een gewone camera was hij niet in de opzet
geslaagd. Hoewel hij zijn nieuwste film als “een kleine persoonlijke
bijdrage aan de verdraagzaamheid” beschouwt, zal de doorsnee
toeschouwer het ervaren als een poging tot het maken van een statement
waarmee de onttakeling van onze materialistische welvaartsstaat
schrijnend in beeld wordt gebracht.
Journalist Van den Boogaard was zeer te spreken over de film. “Over
een paar jaar zouden we best eens tot de conclusie kunnen komen
dat de Nederlandse militaire inzet in Afghanistan invloed heeft
gehad op ons nationaal cultuurpatroon - op de Nederlandse beleving
van geweldsuitoefening, van de aanvaardbaarheid van slachtoffers,
van de plaats van Nederland in de wereld, van dit land kortom. Frisch
komt de eer toe als een der eersten naar die dingen een gooi te
hebben gedaan”. Laat de film nou nét niet over de oorlog
in Afghanistan gaan…
De merendeels lovende kritieken voor Waarom heeft niemand mij
verteld dat het zo erg zou worden in Afghanistan? zijn voornamelijk
gebaseerd op de artistieke kwaliteiten van de filmmaker. Onbegrijpelijk,
want vergeleken met de experimentele artfilm uit de jaren '60 is
dit het werk van een beginneling. Kennelijk zijn de filmrecensenten
hedentendage zo verveeld geraakt van de hightechsnufjes in de vorm
van computersimulatie in de geldverslindende monsterproducties,
dat het maken van een vage film met een mobieltje vanuit de luie
stoel al als vernieuwend en verheffend wordt beschouwd. Begrijpen
doe ik het niet.
Dit artikel verscheen eerder op Ravage
Digitaal.
Rialto
Nieuws uit Amsterdam ontvangen? Klik
hier
|