Vergeet de Aardappeleters
16 juli 2006 – Vergeet de Aardappeleters
en de Zonnebloemen. Het Van Gogh Museum heeft een spectaculaire
tentoonstelling met Japanse kunst uit de Meijiperiode.
In 1883 organiseerde Amsterdam op het huidige Museumplein de Internationale
Koloniale en Uitvoerhandel Tentoonstelling. Japan was op de tentoonstelling
vertegenwoordigd met kunstvoorwerpen. Het bronswerk was volgens
een bezoeker “zoo prachtig, dat men zich niet begrijpen kan,
hoe het mogelijk is iets zoo volmaakts voort te brengen”.
Japan had zich twee eeuwen lang vrijwel geheel afgesloten voor
de buitenwereld, maar onder Amerikaanse druk kwam hier verandering
in. In 1868 brak de Meijiperiode aan, de periode van ‘Verlichte
Heerschappij’. Japan raakte verwikkeld in de globalisering,
die duurde van het midden van de negentiende eeuw tot aan de Eerste
Wereldoorlog.
Na
een lange periode van isolement nam Japan nu gretig buitenlandse
invloeden op. Het standenstelsel werd afgeschaft, de samurai verloren
het recht om een zwaard te dragen, en mannen gingen bij hun kimono
westerse hoeden dragen. Kunstenaars werden beïnvloed door westerse
ideeën over het perspectief en gingen nieuwe chemische pigmenten
gebruiken.
Andersom raakte het westen verslingerd aan het mysterieuze Japan.
Giacomo Puccini schreef Madame Butterfly, in Britse musicals dook
de ‘Jolly Jap’ op en in Parijs waren veertig winkels
die Aziatische spullen verkochten. Kunstenaars zoals Vincent van
Gogh, Claude Monet en Henri de Toulouse-Lautrec lieten zich inspireren
door de kleurrijke houtsnedes van Utagawa Hiroshige (1797-1858).
IJSBEREN
Japan voerde een actief beleid om de eigen kunst in het buitenland
te promoten, bijvoorbeeld door vertegenwoordigingen te sturen naar
wereldtentoonstellingen. De regering richtte een handelsonderneming
op die als taak had om de productie van exportkunst te stimuleren.
Voor de voorbereiding van de wereldtentoonstelling in Wenen in 1873
werd een budget uitgetrokken van 500.000 yen, bijna een procent
van de nationale begroting.
Hoewel Japan razendsnel aan het moderniseren was, werd voor de
exportkunst teruggegrepen op traditionele thema’s en motieven,
die aansloten op het westerse beeld van Japan. Dezelfde thema’s
waren het onderwerp van de ingekleurde foto’s,
die in Japan op grote schaal werden verkocht aan westerse toeristen.
Het Van Gogh heeft een tentoonstelling ingericht met voorwerpen
uit de Meijiperiode, uit de collectie van de van oorsprong Iraanse
Nasser Khalili. Daarmee is de tentoonstelling, net als de kunst
zelf, een product van de globalisering. De collectie omvat subtiele
afbeeldingen van bloemen, maar ook beelden van draken, ijsberen
en samurai.
Op de tentoonstelling is vrij veel aandacht voor de technieken
die de kunstenaars gebruikten, zoals het email cloisonné.
Hierbij wordt het email gegoten in vakken die van elkaar gescheiden
zijn door reepjes koper of zilver, om te voorkomen dat de kleuren
door elkaar zouden lopen.
UITWISSELING
Soms werd het email in de vakken extra opgehoogd, om een ruimtelijk
effect te creëren. Het cloisonné werd vooral voor de
export gemaakt. Toen de buitenlandse vraag in de twintigste eeuw
afnam, raakte het ambacht in verval.
Naast
de Khalili-collectie zijn er in het kader van de Japanse Zomer nog
twee tentoonstellingen ingericht in het Van Gogh, waarin duidelijk
wordt geprobeerd om voort te borduren op de culturele uitwisselingen
waar de Meijikunst een produkt van was.
Modeontwerpers Viktor & Rolf hebben een tentoonstelling vormgegeven
waarin negentiende eeuwse vrouwen uit Tokyo en Parijs aan elkaar
worden gespiegeld, en fotograaf Guus Rijven fotografeerde de 53
plaatsen langs de Tokaido-route, die in de negentiende eeuw waren
afgebeeld door Hiroshige.
De afbeeldingen van Hiroshige zijn prachtig, maar de tentoonstellingen
van Viktor & Rolf en Guus Rijven zijn slecht uit de verf gekomen.
Het idee om de Japanse kunst met andere culturen te confronteren
is interessant, maar de uitwerking komt een beetje geforceerd over.
Dit is echter maar een klein minpuntje. Al met al is de Japanse
Zomer zeer geslaagd.
Openingstijden en toegangsprijzen zijn hier
te vinden. Catalogus: Kris Schiermeier en Matthi Forrer, Pronkstukken
uit keizerlijk Japan: Meiji-kunst uit de Khalili collectie.
Nieuws uit Amsterdam ontvangen? Klik
hier
|