Buiten kantooruren is het vooralsnog rustig op de Zuidas
Zuidas: tweede stadscentrum?
6 juli 2006 – De aanleg van de Zuidas
zal volgens deskundigen van grote invloed zijn op hoe de stad er
in de toekomst uitziet. Toch is het een project dat onder Amsterdammers
niet echt lijkt te leven. Wat moeten we ons erbij voorstellen?
De Zuidas is het gebied aan beide kanten van de A10, tussen Schinkel
en Amstel. De belangrijkste eigenschap van het gebied is de strategische
ligging tussen Schiphol en het centrum van Amsterdam. Daarbij is
het een knooppunt van A10, trein, metro en straks de Hoge Snelheidslijn.
Het is de bedoeling om het spoor en de weg onder de grond te leggen
(het zogenaamde dokmodel), zodat het gebied niet langer in tweeën
wordt gesneden.
Om een idee te geven hoe de Zuidas er in de toekomst uit moet gaan
zien, wordt vaak een vergelijking gemaakt met de nieuwe zakencentra
La Défense in Parijs en Canary Wharf in Londen. Tegelijk
wordt er dan bijgezegd dat de Zuidas anders wordt. Het moet niet
alleen een kantorenlokatie worden, maar een stedelijk gebied, met
9.000 woningen en bruisende culturele voorzieningen.
In het gebied zit al een aantal instellingen die een basis kunnen
leggen voor de verdere ontwikkeling: de Vrije Universiteit, het
VU-ziekenhuis, het WTC, het Paleis van Justitie en de RAI. Recent
zijn daar de hoofdkantoren van onder meer ABN/AMRO, ING, Ernst &
Young en advocatenkantoren zoals Nauta Dutilh en Boekel de Nerée
bijgekomen.
BEDRIJFSLEVEN
Toch is de Zuidas op dit moment nog niet echt een vitaal gebied.
Anders dan veel andere steden, is Amsterdam nog altijd sterk georganiseerd
rond één centrum. De Zuidas moet echter meer worden
dan een randgebied van het bestaande centrum, het is de bedoeling
dat het een tweede centrum wordt.
Sommigen vrezen dat dit leidt tot een verwatering van de stedelijke
functies. Die discussie laaide bijvoorbeeld op in 2002, toen het
plan werd geopperd om het Stedelijk Museum te verhuizen naar de
Zuidas. Zowel het Stedelijk zelf, als de achterblijvende musea in
het centrum zouden hierdoor verzwakt raken, zo was de kritiek.
Hoewel verschillende culturele instellingen zich op de Zuidas zullen
vestigen, ligt de nadruk vooralsnog op de rol van het bedrijfsleven.
Voor de ontwikkeling van het gebied wordt een zogenaamde publiek-private
samenwerking opgezet, waarin de overheid voor 40% participeert en
bedrijven voor 60%. Totaal gaat de aanleg van de Zuidas zeker twee
miljard euro kosten.
Als het gaat om de rol van het bedrijfsleven, wordt wel een vergelijking
gemaakt met de ontwikkeling van de IJ-oevers. Dit laatste project
werd lange tijd gezien als trekken aan een dood paard. De oorzaak
zou zijn dat het vooral een bedenksel van de overheid was. Bij de
Zuidas was het juist het bedrijfsleven dat als eerste het initiatief
nam. Dit wordt uitgelegd als een teken dat de economische levensvatbaarheid
hier veel beter is.
VONDELPARK
Tegelijk wordt er ook kritisch gekeken naar de rol van het bedrijfsleven
in de besluitvorming over de Zuidas. Het lijkt een schoolvoorbeeld
van een economisch project waarin de beslissingen worden genomen
door een ondoorzichtig cluster van bedrijven, Kamer van Koophandel,
investeerders en andere sleutelfiguren. Dit brengt het risico met
zich mee dat publiek geld wordt ingezet voor particuliere belangen,
zonder dat het algemene belang hiermee gediend is.
Het Centraal Planbureau heeft inderdaad twijfels of het algemeen
belang wel gediend is met de investeringen in de Zuidas. In 2003
bracht dit instituut een rapport uit, waarin wordt berekend dat
het project een negatief effect zal hebben op de nationale welvaart,
tenzij voor een zeer bescheiden variant wordt gekozen.
Voorstanders van de betrokkenheid van het bedrijfsleven wijzen
erop dat de samenwerking tussen overheid en particuliere investeerders
bij de ontwikkeling van de stad niets nieuws is. In het verleden
zijn op deze manier het Vondelpark, het Concertgebouw en Amsterdam-Zuid
ontstaan, delen van de stad die niemand zou willen missen.
Tegelijk zijn dit ook nog steeds delen van de stad die niet echt
van ons allemaal zijn. Minister Sybilla Dekker van VROM liet begin
dit jaar weten dat zij voorstander is om op ‘veel plekken’
in de stad te zorgen voor gemengde wijken, maar ze vond het “niet
vanzelfsprekend dat minder draagkrachtigen ook op de allerduurste
plekken van de stad, zoals bij het Vondelpark of tegenover de Stopera,
wonen”.
In 2004 had de Amsterdamse Kamer van Koophandel al bepleit om ‘nutteloze
dogma’s’ overboord te gooien, zoals het uitgangspunt
dat bij nieuwbouwprojecten dertig procent sociale huur moet worden
gerealiseerd. Juist een ‘topmilieu’ als de Zuidas zou
beter benut kunnen worden voor ‘expats met een hoogstedelijke
woonwens’.
EXPERIMENTEN
Dekker is het daar blijkbaar mee eens. Ze heeft laten weten dat
zij het niet zal accepteren als Amsterdam geld van het Rijk benut
om sociale woningen te bouwen op de Zuidas. Vooralsnog is het de
vraag of zij hier zelf wel geld in zal steken.
De hoge prijzen op de Zuidas dreigen een belemmering te gaan vormen
voor de beoogde diversiteit, die weer van belang is om er een echt
stedelijk gebied te kunnen realiseren. Niet alleen huurders met
een laag inkomen, maar ook vernieuwende culturele initiatieven en
startende ondernemers zullen zich waarschijnlijk geen plekje op
de Zuidas kunnen veroorloven.
Al met al dreigt een situatie te ontstaan waarin alleen gevestigde
bedrijven en instellingen het zich kunnen permitteren om zich op
de Zuidas te vestigen. Dit terwijl economische en culturele experimenten
juist belangrijk zijn voor de creatieve economie die Amsterdam graag
wil zijn.
Ondertussen lijkt de ontwikkeling van de Zuidas zich relatief geruisloos
te voltrekken. In het verleden hebben grote stedelijke projecten
vaak tot de enige maatschappelijke onrust geleid – van de
protesten tegen de metro en de city-vorming, tot het referendum
over IJburg. Het maatschappelijk verzet met betrekking tot de Zuidas
lijkt zich vooralsnog te beperken tot omwonenden die bang zijn voor
parkeeroverlast.
Bron: Willem Salet en Stan Majoor (red) 2005, Amsterdam Zuidas
European Space. Rotterdam: 010 Publishers. Meer: Zuidas
|